Repository | People

100102

Studied with

Martin Heidegger, Edmund Husserl, Antoine Meillet, Heinrich Meyer, Heinrich Rickert, Joseph Vendryes

Colleague(s)

Jan Aler, Hermann Ammann, Karel Kuypers

References

Hendrik Pos

1898-1955

Dutch linguist and philosopher, student of Rickert and Husserl. He was a prominent intellectual personality in the Netherlands, a significant actor of interwar debates on language (participating for example in the Davos disputes) and had an impact on the likes of Hjelmslev, Jakobson, Trubeckoj and Merleau-Ponty.

(1950-1959)

X

(1950). De natuurlijke taal en haar rationalisering. Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte en Psychologie, 43, 17-24.

(1950). Drie fazen in de filosofie der waarden. Nieuwe Stem, 5, 259-269.

(1950). Het mystieke element in de Nederlandse philosophie: Een beschouwing over Bolland en Der Mouw. In K. Kuypers (ed.) Aspecten van de tijd (pp. 225-251). Assen: Van Gorcum.

(1950). La complexité de la pensée de Descartes. In E. J. Dijksterhuis (éd) Descartes et le cartésianisme hollandais (pp. 1-20). Paris: Presses Universitaires de France.

(1950). Quelques réflexions sur le problème de l'origine du langage. Acta Psychologica, 7 (2-4), 352-364.

(1951). De religie en de hedendaagse wereld. Wending, 5 (12), 729-736.

(1952). Herderdlijke zielkunde. Nieuwe Stem, 7, 392-404.

(1952). Quelques aspects de la transcendance. In L'homme et l'histoire (pp. 189-191). Paris: Presses Universitaires de France.

(1952). Rapport sur l'enquête sur la liberté. Revue internationale de philosophie, 6 (19), 97-116.

(1952). Valeur et limites de la phénoménologie. In H. L. Van Breda (éd) Problèmes actuels de la phénoménologie (pp. 31-52). Paris: Desclée de Brouwer.

(1953). De ontmoeting der levende talen. Levende Talen, .

(1953). Het goede, het schone en het verzet. Amsterdam: Meulenhoff.

(1953). Over de verhouding van geschiedenis en geschiedwetenschap. In O. Noordenbos & B. Becker (eds.) Weerklank op het werk van Jan Romein. Amsterdam: Wereldbibliothek.

(1953). Structuur en situatie der geesteswetenschappen. Amsterdam: Noord-Hollandsche Uitgevers.

(1954). Betekenis als taalkundig en als wijsgerig fenomeen. Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte en Psychologie, 46 (1), 248-253.

(1954). Drie hoofdrichtingen van filosoferen: Een beschouwing over de universitaire studie der filosofie. Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte en Psychologie, 46 (3), 147-162.

(1954). Sartre in protestante belichting. Nieuwe Stem, 9, 200-217.

(1954). Terugtocht der Rede?: Een beschouwing over existentialisme en rationalisme naar aanleiding van G.Gusdorf, Mythe et Métaphysique. Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte en Psychologie, 46 (2), 68-78.

(1954). Theoria en praxis. Universiteit en Hogeschool, 1, 319-329.

(1955). Augustinus en de wijsbegeerte. Nieuwe Stem, 10, 35-42.

(1955). Het dal der na-oorlogse filosofie. Folia Civitatis, 11.

(1955). Taal en denken. Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte en Psychologie, 47, 248-253.

(1956). Le langage et le vécu. Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte en Psychologie, 48, 121-129.

(1957). Keur uit de verspreide geschriften I: Taal, mens en cultuur. Arnhem: van Loghum Slaterus.

(1958). Keur uit de verspreide geschriften II: Beginselen en gestalten. Arnhem: van Loghum Slaterus.